dinsdag 23 december 2014

Kerst bij de familie Schat

Dit is de dag waarop Wouter het hele jaar heeft gehoopt. Samen met opa Schat mocht hij een kerstboom ophalen. De boom staat nu in de woonkamer. De takken glinsteren nog niet, ze stralen ook nog niet, maar dat komt wel als de boom versierd is. Dan begint het Kerstfeest pas echt.
Samen halen ze de dozen met lichtjes en slingers en ballen van zolder. Opa moet er wel een paar schilderijen voor opzij zetten.
‘Vergeet de kerststal niet!’ roept oma onderaan de trap.
De kerststal is oma’s trots. Die heeft ze jaren geleden zelf gemaakt en komt elk jaar onder de kerstboom te staan. Levensechte poppen. Jozef en Maria en baby Jezus in een kribbe. Baby Jezus is zo groot als Charlotte’s baby born pop, waar ze nog niet mee speelt.
Een voor een pakken ze de poppen uit de doos. Uren heeft oma er aan gewerkt. Toen was papa nog niet geboren. Hij zat toen nog in oma’s buik.
Maria draagt een prachtige hoofddoek om haar stoffen gezicht en Jozef heeft zachte krullen van wol. Met de kribbe heeft opa geholpen. Hij heeft ‘m gezaagd en in elkaar getimmerd.
Als laatste haalt Wouter baby Jezus uit de doos. Maar wat gebeurt er? Baby Jezus ruist! De droge korrels gort die zijn lijfje vullen, stromen er in een rechte straal uit. De benen worden slap, het buikje wordt dunner en uiteindelijk blijft er een slappe lege lappenpop over.
De muizen hebben Jezus  kapotgevreten.
‘Arme jongen,’ zegt opa en neemt Jezus op de arm. ‘Laat oma jou maar niet zien. Dan huilt ze tranen van verdriet en bij een geboorte zien we liever tranen van vreugde.’
‘Opa!’ zegt Wouter. ‘Wat moeten we nou? Oma zal het echt wel zien wanneer baby Jezus niet in de kribbe ligt.’
Opa krabt eens aan zijn baard. Dat doet hij altijd wanneer hij het antwoord niet weet.
‘Misschien kunnen we Charlotte er in leggen?’ oppert Wouter.
Papa komt juist de kamer binnen met Charlotte op de arm.
‘Waar moet Charlotte in?’ vraagt papa.
‘In de kribbe,’ zegt Wouter. ‘Jezus is leeggelopen!’
Opa houdt de slappe pop omhoog. ‘Muizen,’ zegt hij.
‘Die die,’ wijst Charlotte en wipt op papa’s arm.
‘Charlotte kan toch niet in een kribbe liggen?!’ zegt  papa.
‘Toe nou papa’, smeekt Wouter. ‘Charlotte wil het zelf ook!’
‘Die die!’ kraait Charlotte blij.
‘Nou, vooruit. Even dan,’ zegt papa.
Hij legt Charlotte in de kribbe, maar ze klimt er meteen weer uit.
‘Charlotte is niet moe. Ze heeft haar middagslaapje net gehad,’ zegt papa.
Wouter en opa kijken sip naar de lege kribbe.
‘Waarom leg je Charlotte’s pop er niet in, daar speelt ze toch nog niet mee,’ stelt papa voor.
De pop past in de kribbe. Maria en Jozef kijken een beetje onwennig naar hun plastic kind, maar ze zullen vast goed voor ‘m zorgen. Beter dan Charlotte die naast de kribbe hurkt en probeert met haar vingers de ogen in te drukken.

Oma was verdrietig, maar ze nam de lappenpop snel mee om te repareren.
Misschien dat ze ‘m een nieuw lijfje kan geven, zodat hij volgend jaar weer onder de boom kan.
‘Opa!’ roept Wouter ineens. ‘We zijn de piek vergeten!’
Opa neemt Wouter op zijn schouders en voorzichtig zet Wouter de piek bovenop de boom.

Nu kan Kerst ècht beginnen.


maandag 6 oktober 2014

Hoe maak je een spook van een papieren zakdoek

Gisteren las je hier op de Schatzolder hoe twee spookjes bij de dokter kwamen. Wouter had met hulp van zijn moeder twee spookjes van keukenrol gemaakt. Je kunt ook papieren zakdoekjes gebruiken.
Je kunt een groot hoofd maken, maar ook een klein hoofd.

Dit heb je nodig: 

*papieren zakdoeken of keukenrol
*een zwarte stift
*een beetje wol
*een schaar



Vouw twee zakdoekjes open.
Maak van het ene zakdoekje een propje.


Leg het propje in het midden van de andere zakdoek. 
Maak er een pop van. 
Bind een stukje wol om de nek van het hoofd.
Maak er een paar knopen in en knip de uiteinden af.


Teken met de zwarte stift ogen en een mond. 
Je mag zelf kiezen wat voor gezichtje er op maakt. 
Een spokengezicht....ooooeeeh.


Of je maakt een vriendelijk spook. 



Veel plezier!

zondag 5 oktober 2014

Twee spookjes komen bij de dokter....

Tussen alle boeken in de grote boekenkast in het souterrain van mama staan de leukste knutselboeken. Wanneer mama achter de naaimachine werkt, zoekt Wouter een leuk knutselwerkje uit om te maken. Vanmorgen heeft hij spookjes gemaakt en heeft mama hem geholpen.
Nu gaat Wouter met zijn spookjes naar opa op zolder. Opa zit op zijn grote fauteuil en leest een tijdschrift.
Wouter steekt twee spookjes over opa's schouder.
'Hallo meneer, bent u dokter?'
Opa kijkt over zijn schouder naar de twee ronde spokenhoofden.
-'Jawel, ik ben de dokter.'
'Dokter, kunt u even naar haar kijken, want zij is flauwgevallen in het spokenhuis.'
-'Laat mij maar even naar je kijken. Loop maar mee naar de behandelkamer.'

-'U bent flauwgevallen zegt u? Bent u misschien ergens heel erg van geschrokken, mevrouw spook?'
'Nee, ik viel zomaar flauw in het spokenhuis.'
-'U ziet er erg bleek uit. Zal ik uw bloeddruk even opmeten?'
De dokter meet de bloeddruk. Opa speelt dat hij dokter is, dat had je vast wel door. 'Maar ik voel helemaal geen bloeddruk!' zegt hij.
En Wouter speelt de rol van de spookjes, dat had je ook wel door zeker.
'Nee, dat komt omdat ik een spook ben. Ik heb geen bloed!'
-'Zal ik even uw hartslag opmeten?' vraagt de dokter.
Opa luistert. 'Ik hoor helemaal geen hartslag,' zegt hij verbaasd.
'Dat komt omdat ik een spook ben. Ik heb geen hart!'
-'Oh jee.'
'U moet even mijn temperatuur opmeten, want volgens mij heb ik koorts,' zegt het spook.
-'Juist. Weet u. Ik geef u een drankje. Dat is heel goed tegen de schrik. Wees maar niet bang, ik beloof u dat het drankje geen vlekken zal geven op uw...eh...jurk. En als u dat drankje op heb, kunt u het beste even op bed gaan liggen, met een lekker lakentje over u heen. Dan bent u zo weer op de been....eh....in de lucht!'
'Dank u. Daag dokter!'










Morgen zie je hoe je zelf zulke spookjes kunt maken. Leg alvast een pakje papieren zakdoeken klaar!


Wat leuk dat je langskwam. Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen van de Schatzolder? Dat kan o.a. via bloglovin. Klik hier om je aan te melden. 

vrijdag 19 september 2014

Als opa niet wil helpen met tekenen....

'Opa?'
'Ja?'
'Opa? Wil jij een beer voor mij tekenen?'
Wouter zit voorovergebogen over zijn tekenpapier.
Opa Schat staat achter zijn schildersezel en kijkt met een oog naar Wouter en houdt zijn andere oog op zijn schilderwerk.
'Kun je zelf geen beer tekenen?' vraagt opa.
'Nee.'
'Probeer het eens.'
'Ja, maar ik wil een mooie beer. Geen lelijke.'
'Wat als je een voorbeeld zoekt?'
'Heb je plaatje voor mij van een beer?' vraagt Wouter hoopvol.

Opa luister niet meer. Ken je dat? Wanneer volwassenen zo in hun werk opgaan, dat ze niet meer luisteren naar wat je zegt?

Gelukkig is Wouter niet voor een gat te vangen. Hij zoekt tussen zijn knuffels naar een knuffelbeer. Die gebruikt hij als voorbeeld. Hij legt de beer op het papier en trekt met een stift om de beer heen. Zo gemakkelijk is dat! Daarna tekent hij nog oogjes en een neus.






Na de beer trekt Wouter ook nog zijn zachte muis over en knipt de muis uit.




Hij doet erg zijn best om de muis zo mooi mogelijk in te kleuren.
'Kijk eens opa.' Wouter laat opa zijn tekeningen zien.
'Wat heb je dat prachtig gedaan jongen,' zegt opa en geeft Wouter een aai over zijn bol en veegt daarbij per ongeluk een beetje verf dat hij nog aan zijn hand had zitten in Wouter's haar. Maar dat vindt Wouter niet erg.


maandag 15 september 2014

Die keer dat Wouter niet kon slapen en zijn moeder liet schrikken

Het souterrain herbergt een allegaartje van mama's hobby's. Daar staat haar grote verzameling boeken. Rijen met boeken in alle kleuren van de regenboog! Dikke boeken, dunne boeken. Boeken voor volwassenen en boeken voor kinderen. Dat krijg je, zegt ze, als je in een bibliotheek werkt. Dan kun je niet anders dan van boeken houden.



Ze bewaart er ook haar breiwol. Als ze even geen zin heeft om een boek te lezen, dan pakt ze haar breiwerk en gaat zitten breien op de grote zachte bank.
De wanden zijn meest gevuld met boekenkasten en knutselwerkjes van Wouter. In een hoek heeft ze haar naaitafel. Daar naait ze kleding voor zichzelf of herstelt ze de schorten van oma of vermaakt ze de broeken van papa. Ze heeft een hele berg met lappen stof.
Ook bewaart ze er speelgoed van Wouter. Speelgoed waar Wouter een beetje te groot voor is geworden, maar waar Charlotte straks mee kan spelen. Wouter mag graag een doos met oud speelgoed tevoorschijn halen en dan voelt hij zich daar écht niet te groot voor.
Achterin het souterrain is een ruimte voor de wasmachine en de droger. Er hangt een dik gordijn voor de ingang om de ruimte uit het zicht te houden.
's Avonds is Wouters mama vaak in het souterrain te vinden. Soms leest ze een boek, maar vaak doet ze de was. Ze vouwt en strijkt. Dat ziet Wouter meestal niet, want dan slaapt hij.

Vanavond kan Wouter niet slapen. Dat heeft hij soms zomaar. Dan komt de slaap niet, ook al heeft hij dan al heel lang gewacht in het donker. Hij heeft zijn slaapkamerdeur zachtjes geopend en is op de gang wezen kijken. Daar was niemand. In de keuken was oma aan het opruimen en las zijn vader de krant. Uit het souterrain hoorde hij de geluiden van zijn moeder bezig met de was.
Nu loopt hij op blote voeten de kamer in. Zijn moeder hoort hij achter het gordijn rommelen met de wasmanden. Hij hoort het deurtje van de wasmachine tegen de muur slaan. Hij weet dat ze nu de was uit de trommel haalt en het uitklopt om het op het wasrekje te hangen. In de kamer staat de grote ronde oranje wasmand, half leeg. Hij pakt zijn plastic zwaard uit de speelgoedbak en het deksel van de wasmand, die lijkt op het schild van een ridder. Wanneer hij met zijn zwaard het gordijn opzij schuift en een kreet slaakt schrikt zijn moeder zich een hoedje. Wat niet zo verwonderlijk is natuurlijk. Jij zou toch ook schrikken als je door een ridder verrast werd in je washok?



Mama probeert hem te vangen in de wasmand, maar Wouter is haar te snel af. Gelukkig wil hij wel even meehelpen met handdoeken opvouwen. Hij is tenslotte toch wakker.
Zo langzamerhand wordt Wouter moe. Hij begint in zijn ogen te wrijven.
'Zal ik je nog een verhaaltje voorlezen?' vraag mama.
Dat wil Wouter wel.
Mama pakt een boek uit de kast. 'Dan breng ik je na het lezen naar bed.'
Ben je nieuwsgierig naar het verhaal dat de mama van Wouter voorleest? Dat zal ik je vertellen. Het boek heet De Nieuwe en is geschreven door Claire Freedman. Kristina Stephenson heeft de tekeningen erbij gemaakt.
Het verhaal gaat over een muis die net nieuw in de vallei is komen wonen. Hij maakt snel vrienden, maar zij waarschuwen hem allemaal voor de wolf. Daar moet hij voor oppassen. Denk je dat Muis ook met zo'n grote, wilde, gemene, griezelige wolf vrienden kan worden?











Wanneer het verhaal uit is, brengt de mama van Wouter hem naar bed.
Welterusten Wouter!

dinsdag 9 september 2014

maandag 25 augustus 2014

Die keer dat Wouter en opa de eendjes gingen voeren

Op de Schatzolder zijn twee openslaande deuren naar het dakterras. Daar gaat opa zitten wanneer hij wil zien welke vormen de wolken hebben. De wolken hebben elke dag een andere vorm, moet je weten. Soms zien ze er uit als streepjes, soms zien ze er uit als badschuim, soms zien ze er uit als de vacht van een schaap, soms zien ze er uit als de scheetjes van een varken.
Opa Schat zit dan tussen de kweekplanten in bloempotten van oma. Zij kweekt ze van zaadje tot plant en als ze groot genoeg zijn, zet ze ze in de tuin.
Vanaf het dakterras kun je kijken over de daken van de huizen. Wouter mag niet op de rand klimmen, maar als hij op zijn tenen staat dan kan hij alles toch goed zien. Hij ziet de tuinen en de schuurtjes, de katten die over de schutting lopen, de was aan de lijn, de luifels tegen de zon. Verderop staat de school en is het plantsoen met de speeltuin en de vijver.

'Opa, mag ik een koekje?' vraagt Wouter.
'Kijk maar in het groene kastje.'
Op de zolderkamer staat een groen kastje waar opa de koffie bewaart voor zichzelf en ranja voor Wouter. De koekjes zijn voor hen samen. De koffiezetter heeft vingerverf afdrukken in alle kleuren van de regenboog, want opa maakt zijn handen niet altijd goed schoon na het schilderen. Ook de ranjaglazen hebben gekleurde vingerafdrukken, maar dat staat eigenlijk wel vrolijk.
In het kastje vindt Wouter niet alleen de door oma gebakken kokoskoeken, maar ook een zak brood.
'Opa, zullen we de eendjes voeren?'
'Waarom niet?' zei opa. 'Als wij een koekje bij ons drinken hebben, waarom de eendjes dan niet.'

Beneden staat mama met Charlotte op de arm. Zij had net haar dutje gedaan. Charlotte, bedoel ik. Niet mama.
'Nemen jullie Charlotte mee?' vraagt mama.
'Die die,' zegt Charlotte en wipt op haar mama's arm.

Opa duwt de wandelwagen. Wouter loopt er naast.
'Charlotte mag de zak met brood vasthouden,' zegt Wouter.
'Die die,' zegt Charlotte en steekt haar handen uit naar de broodzak.
Het is een mooie wandeling naar de vijver. Onderweg komen ze Jildou tegen met haar moeder. Jildou woont een paar huizen verderop.
Opa praat met de moeder van Jildou.
'Wij gaan naar de eendjes,' zegt Wouter tegen Jildou.
'Er is een eend met een zere poot,' zegt Jildou.
'Dat is zielig. Zit er een verband om?'
'Nee,' zegt Jildou. 'Hij kan niet zo goed zwemmen en op het land hinkt hij een beetje.'
'Dan geef ik hem extra brood,' besluit Wouter.



Charlotte zit rustig in haar wandelwagen. Bij de vijver komen de eendjes snel op hen afzwemmen. Ze hopen dat ze brood krijgen.
'Waar is de broodzak?' vraagt opa.
'Charlotte heeft 'm,' zegt Wouter.
'Maar die is bijna leeg,' zegt opa. Hij kijkt naar Charlotte. Op haar schoot liggen allemaal kruimels. Haar vuistjes houden een kapje vast, waar ze happen van neemt.
'Ik geloof dat we vandaag niet alleen de eendjes voeren, maar ook de baby,' zegt opa.
Hij pakt de zak met het brood dat er nog in zit. 'Ach, en van een beetje schimmel ga je ook niet dood. Ik heb schimmelkazen in Frankrijk gegeten waar meer schimmel aan zat dan kaas en ik leef nog!'
Het resterende brood voeren Wouter en opa aan de eendjes. Wouter zorgt dat de manke eend een extra stukje krijgt.
Charlotte zit rustig in haar wagen met een overvolle buik.
Hik, zegt ze.


Volg De Schatzolder op bloglovin <a href="http://www.bloglovin.com/blog/12455271/?claim=7z3th3rmrvj">Follow my blog with Bloglovin</a>

maandag 28 juli 2014

Wie wil het paard zijn?

Wouter is niet het soort jongen dat zich snel verveelt. Daarvoor is er altijd veel te veel te beleven in het grote huis en bovendien heeft Wouter heel veel fantasie.
Maar op sommige dagen is het vinden van een speelkameraadje wel heel moeilijk.
Deze zondag bijvoorbeeld.

Oma en mama zijn met de kleine Charlotte naar het park. Dat betekent geen blokkentoren bouwen met zijn zusje, niet iets lekkers ontfutselen uit de keuken van oma en niet knutselen samen met mama. Papa zit te werken achter zijn laptop. Die mag hij niet storen.
Gelukkig is er altijd nog opa en de zolder.

Van een oud wasrek en verfschorten en oude lakens hebben ze een hut gebouwd. Twee grote paraplu's zijn het dak. Ze hebben een stal gemaakt. Voor de kleine panda, de grote panda, de ijsbeer, de muis, de schildpad, de hond, de kat, de krokodil en de papegaai.
'Ik ga even op een stoel zitten, hoor,' zegt opa Schat. 'Mijn knieën zijn te oud om in een stal te kruipen.'
Wouter hoor niet wat opa zegt, hij is druk bezig met zijn ark. Oh, had je dat even gemist? De stal is nu de ark van Noach. Op de ark zitten tenslotte ook allerlei dieren.
'Oh jee,' piept de muis, 'we zijn de lieveheersbeestjes vergeten.'
'Ze staan nog op de oever,' wijst de papegaai.
'Je moet ze snel gaan halen, Wouter!' zegt de krokodil.

Je snapt zeker wel dat de knuffeldieren niet echt praten. Dat het Wouters stem is. Maar hij weet wel precies wat de knuffels willen zeggen!
'Ga op het paard!' zegt de panda, 'dat gaat sneller.'
'Waar is het paard?' vraagt Wouter en kijkt waar opa is gebleven.
'Opa, wil jij het paard zijn?' vraagt Wouter en klimt uit de ark.
Maar opa is in zijn stoel in slaap gevallen. Wouter pakt een kwast uit de glazen pot en kietelt er mee onder opa's neus. Opa murmelt wat, maar wordt niet wakker. Er zit nu wel een beetje rode verf aan opa's neus omdat de kwast niet helemaal schoon was.
Wouter verft nog even verder en bewondert de mooie rooie clownsneus. Dan denkt hij weer aan het paard en aan de lieveheersbeestjes die staan te wachten. Misschien wil zijn vader paard zijn?

'Papa, wil jij paard zijn?'
'Nee, nu niet.'
'Waarom niet?'
'Ik ben aan het werk. Ik moet dit stuk nog afmaken en het moet vanavond nog naar de krant.'
Papa schrijft stukjes over muziek voor de krant of voor tijdschriften.
'Maar dan kun je toch nu wel even paardje zijn en daarna weer verder schrijven?' dringt Wouter aan.
'Nee, nu niet. Ik ben nu bezig.'
Wouter zucht.
Hij gaat onder de tafel liggen en telt tot tien.
'Ben je nú klaar?' vraagt Wouter.
'Nog lang niet.'
'Gaat je stukje over een paard?' vraagt Wouter.
'Nee, het gaat over muziek.'
'Ja, maar komt er een paard in voor?'
'Nee!' zegt papa ongeduldig. 'Laat me nou even nadenken, anders kan ik niet schrijven. Ik weet toch al niet wat ik moet schrijven.'
'Je kunt over een paard schrijven,' oppert Wouter.
'NEE!' papa schreeuwt nu.
Wouter is weer stil. Hij telt de noesten aan de onderkant van de tafel.
'Kèn je een liedje over een paard?'
'Geen idee,' zegt papa afwezig.
'Over een pony dan?' vraagt Wouter weer. 'Jij hebt zoveel cd-en. Staat daar geen liedje over een paard op?'
Papa schuift zijn stoel naar achteren en steekt zijn hoofd onder de tafel waar Wouter ligt.
'Bruce Springsteen zingt Pony Boy.'
'Hoe gaat dat liedje?' vraagt Wouter nieuwsgierig.
Papa zoekt de cd en zet het liedje op.

Pony boy, Pony boy
won't you be my pony boy
giddy up giddy up whooo
my pony boy

[traditional lullaby]




Nu moet papa wel paardje zijn. Wouter klimt op zijn rug en samen rijden ze paard. De lieveheersbeestjes worden snel gered. Opa vindt zijn rode neus zo mooi dat hij hem wil houden en aan oma laten zien. En 's avonds schrijft papa een mooi stuk over een liedje over een pony en ook over een veulen.



zaterdag 28 juni 2014

Wouter en opa Schat zoeken de kleur wit

Opa Schat heeft bijna altijd een goed humeur. Hij is altijd opgewekt en wordt niet snel kwaad. En al helemaal niet op Wouter, zelfs niet als Wouter om zes uur 's ochtends aan zijn bed staat. Opa heeft altijd een grapje paraat en luistert geduldig naar Wouters verhalen.
Maar zoals ik zei, opa heeft bijna altijd een goed humeur. Vandaag niet. Hij bromt wat en geeft korte antwoorden op Wouters vragen. Zo doet hij alleen wanneer het schilderen niet lukt. Dan zucht hij wat en rommelt wild in zijn doos met verftubes. Dan doet hij weer een paar passen naar achter en dan weer naar voren naar zijn schilderij.
Wouter speelt rustig met de trein en stelt opa even geen vragen. Opa let toch niet op hem als hij zo is. Zo ziet opa het ook niet als hij een snoepje uit de kast pakt en hond Titus een hondenkoekje geeft. Niks verklappen hoor!
'Zoveel mooie kleuren verf en niks past bij elkaar,' moppert opa.
'Waarom gebruik je er geen wit bij? Wit past overal bij,' probeert Wouter.
'Ik heb zoveel verschillende tinten wit, maar geen een is de goede!'
'Zoek je wit zoals de wolken?' vraagt Wouter en wijst door het raam naar buiten. 'Of wit zoals de sneeuw? Of het wit van de bloemen uit oma's tuin?'
'Nee, nee, nee,' opa blijft brommen en mopperen. Titus komt uit zijn mand en duwt tegen opa's been.
Kat Bob zet zich af en springt bovenop Wouters locomotief. Iedereen is uit zijn gewone doen.

Opa schat rommelt wat in de kasten en zoekt wat tubes verf bij elkaar.
'Ik heb een idee,' zegt hij. 'We gaan buiten op zoek naar kleuren.'
Wouter staat nieuwsgierig op. 'Buiten?'
Opa Schat pakt een eierdoos en doet in elk vakje een dot verf. In elk vakje een andere kleur.
'Zo, en nu gaan we naar buiten om de juiste kleur erbij te zoeken uit de natuur.'

Zusje Charlotte gaat mee in de wandelwagen, ze klapt in haar handen van plezier. Titus kan zijn geduld bijna niet bewaren en trekt aan de lijn. Wouter rent ver vooruit.
'Opa, opa! Ik heb geel gevonden!'
'Die boterbloem is precies dezelfde kleur geel als het vakje.'
'Opa, opa! Ik heb rood gevonden!'
'Heel goed, jongen. Doe de zuring maar in het rode vakje.'
Als laatste is het vakje met wit aan de beurt.
'Die klaver, opa, die is wit,' oppert Wouter.
'Ja, maar niet helemaal wit. Het is eigenlijk een beetje bruin.'
'Madeliefjes dan?'
'Komt in de buurt, maar door deze blaadjes zit een beetje roze.'
Een paar meeuwen vliegen over. Ze krijsen hun schelle geluid.
Flats.
Een verse klodder meeuwenpoep is op de schouder van opa terecht gekomen.
Opa balt zijn vuist naar de meeuwen. 'Durven jullie wel!'
Wouter wijst naar de klodder en moet dan heel hard lachen. 'Opa, die klodder poep is precies de goeie kleur wit!'
Charlotte wipt in haar wandelwagen heen en weer. Ze lacht en pakt haar tenen en trekt aan haar sokken. 'Waah, waah,' kraait ze.
Opa Schat kijkt naar de meeuwenpoep op zijn schouder. Dan begint hij ook te lachen.
'Wouter, je hebt helemaal gelijk. Dit is precies de goeie kleur wit. En het komt ook uit de natuur.'




maandag 23 juni 2014

Maak kennis met Wouter Schat

Dit is het verhaal van Wouter Schat.

Wouter is een kleine jongen die woont in een groot huis.
Hij woont daar samen met zijn vader Wim en zijn moeder Angela. En met zijn baby zusje en zijn halfbroer.
Zijn zusje heet Charlotte en is 1 jaar. Zij is het mooiste zusje die hij ooit heeft gezien. Zijn halfbroer heet Maikel en is 10 jaar. Maikel kan heel goed dierengeluiden nadoen. Zijn imitatie van een ezel is heel grappig, daar moet Wouter altijd vreselijk om lachen. Maar wanneer Maikel een pauw nadoet, dan schrikt Wouter altijd.
Maikel woont twee weken in het huis bij Wouter en de andere twee weken bij zijn moeder in een ander huis. Wouters vader was eerst met Maikel's moeder getrouwd. Maar nu is hij met Wouters moeder getrouwd.

Wouters vader werkt voor de krant. Hij schrijft stukjes. Die gaan meestal over muziek.
Zijn vader Wim werkt veel op de computer of op zijn laptop. Als hij niet schrijft, dan kookt hij. Dat is zijn grootste hobby.
De keuken moet hij wel delen met oma Lydia Schat. Oma kookt bijna elke dag het eten. Soms hebben oma en papa Wim ruzie. Nou ja, niet echt ruzie. Papa houdt van modern eten. Hoot kwiesien noemt hij dat. Dat is Frans heeft papa uitgelegd. Hij maakt sausjes die hij op een lepeltje legt. En hij legt vaak een bloemetje op het bord. Hij zegt dat dat eetbaar is, maar Wouter gelooft hem niet.
Oma Lydia houdt van ouderwets eten. Zij maakt liever een sappige karbonade en rode kool met appel en kaneel.

Wouters moeder Angela werkt in een bibliotheek. Zij is dol op boeken. Zij heeft er zóveel dat ze in het souterrain - dat is de kamer in de kelder - een eigen kamer heeft vol boeken. Er staat ook een hele grote zachte bank, waarop Wouter graag samen met zijn moeder een verhaaltje leest.



Er is altijd wel wat te beleven in het grote huis. Maar het allerliefst speelt Wouter op zolder. Op zolder heeft opa Nico Schat een schildersatelier. Daar werkt hij bijna elke dag. Wouter houdt van de geur van het verf en van de verhalen die opa vertelt. Hij houdt van de tekeningen die opa in de vele laden bewaart en van de pot met snoepjes die verstopt staat in de kast met de krakende deur. Hij houdt van de schilderopdrachten die zijn opa voor hem verzint en hij houdt van het speelgoed dat op zolder staat en vroeger van zijn vader is geweest. Maar bovenal houdt hij van zijn opa. Want zijn opa is een echte Schat!